Desembrood
Mark en Cintha zijn op vakantie geweest naar Arkhangelsk, een stad aan de Noordelijke IJszee. De gedachte is: dicht bij zee zitten omdat vis (eitjes) heel goed zijn voor ons. Daartegenover heb je daar een korter groeiseizoen, wat boeren moeilijker maakt. We denken er nog dagelijks over na.
Het is frappant dat als je oplet, het geluk naar je toe komt. Hun oog viel op een goed uitziend brood in een bakker, dus daar gingen ze naar binnen om daarna ergens te ontbijten.
Eerst over het brood: we zoeken Desem-volkoren brood wat hier heel zeldzaam is. Rusland is geen brood-land al helemaal geen desem land. Dus een goed uitziend brood is bijzonder.
Maar in de bakker ontstond een gesprek met een klant die goed Engels sprak (want banketbakker-consultant mevrouw met een Engelse vriend). In het gesprek deed ook de exploitant van de bakkerij mee (die alleen Russisch sprak).
Jacintha en Mark vertelden dat ze in de omgeving wilden kijken bij kleine boeren, waarop de eigenaar zei: ‘Oh, mijn ouders wonen in de buurt. Daar mag je vast langs komen’. En de banketbakster zei: ‘Oh. Dat is leuk. Dan ga ik mee om te vertalen want zij spreken geen Engels’.
De volgende dag zijn Cintha en Mark de hele dag op pad geweest met die vrouw, omdat ze het interessant vond, en hebben bij die ouders geluncht, die dan helemaal uitpakken omdat ze het leuk vinden. En met uitpakken bedoel ik dat die vrouw de hele dag brood en taartjes heeft staan bakken omdat twee totaal vreemde buitenlanders langs komen.
Dit is niet de eerste keer dat Russen uitzonderlijk vriendelijk zijn op een manier die je in de Nederlandse Randstad niet gauw tegenkomt.